Stel je bent drie jaar oud. Net als je druk bezig bent met het bouwen van de hoogste toren die je ooit hebt gezien, hoor je zachtjes op de achtergrond de stem van de pedagogisch medewerker: “Oké jongens, het is bijna tijd om op te ruimen.” Enthousiast grijp je snel nog wat nieuwe blokken. Deze toren kan namelijk nog véél hoger! Helemaal opgaand in je eigen bouwwereld ga je verder met jouw meesterwerk. Maar plotseling merk je dat alle andere kinderen vrolijk meebewegen met de pedagogisch medewerker en meezingen met het opruimlied. Oeps, je was helemaal vergeten dat het al opruimtijd was.

Het wisselen van de ene activiteit naar de andere, kan soms best moeilijk zijn voor jonge kinderen. Ze kunnen immers nog niet klokkijken. Bovendien zijn ze soms zo druk aan het spelen dat ze helemaal niet willen stoppen. Zelfs niet voor een lekkere boterham. Op het kinderdagverblijf en de peutergroep leren we kinderen dat een dag bestaat uit verschillende onderdelen, zoals spelen, eten en misschien ook wel slapen. Zo bieden we kinderen structuur en voorspelbaarheid en daarmee een veilig gevoel. Eigenlijk zijn wij als de klok voor de kinderen.

Structuur in de dag

Pedagogisch beleidsmedewerker Wendy Verhoeff vertelt: “Om kinderen mee te nemen in het dagritme, maken we gebruik van dagritmekaarten. Op de kaarten staan afbeeldingen met de activiteiten die we gaan doen. Zo weten de kinderen precies hoe de dag eruit ziet en wat er komen gaat. Zodra kinderen een patroon herkennen, voelen ze zich meer op hun gemak.”

Zingen en opruimen

Tussen alle activiteiten door zijn er momenten waarop we van het ene naar het andere gaan. Dat noemen we overgangsmomenten. Om die momenten herkenbaar en makkelijker te maken, gebruiken we liedjes. Bijvoorbeeld als het tijd is om op te ruimen en voordat we gaan eten. “We zetten dit soort liedjes ook in als de kinderen even geen oog voor ons hebben, bijvoorbeeld wanneer we willen dat ze hun jas pakken,” legt VE-coach Zuhal Tamambay-Coban uit. “We benoemen dit eerst. Als er dan geen reactie komt, klappen we in onze handen en beginnen we met een vrolijke toon te zingen: ‘Pak maar je jas…’ Je krijgt dan makkelijker de aandacht van de kinderen en ziet een verandering in de groepsdynamiek. Als wij ritmisch gaan bewegen, wijzen ze naar ons en doen ze met ons mee. Het herhalen van liedjes zorgt ervoor dat de kinderen het liedje gaan herkennen. Zodra wij dan een bepaald liedje beginnen te zingen, weten ze wat er daarna van hen verwacht wordt.”