Dat de tijden veranderen, weten we allemaal. Ook in de kinderopvang. Dit is het verhaal van Lisa Baas. Twintig jaar geleden een vrolijk en creatief meisje op de BSO en nu werkt ze er zelf als pedagogisch medewerker.

“Poeh, ik moet echt even graven in mijn geheugen hoor. Ik was vijf of zes jaar oud toen ik voor het eerst naar BSO Kameleon ging. Ik woonde samen met mijn moeder en twee broers in Middelburg-Zuid. Mijn moeder begon in die tijd aan de opleiding tot verzorgende IG. Als alleenstaande moeder was dat zonder BSO een lastig verhaal geweest. Ik vind het super stoer dat ze dit toch heeft gedaan!

De eerste BSO-herinnering die in me opkomt, is van juf Debby. Zij deed haar werk met veel liefde. Ze was altijd blij om ons te zien. Als klein meisje voelde ik dat al. Ze werd ook nooit boos op me. Althans, ze zal me vast wel eens hebben toegesproken hoor, maar dat heeft ze dan op zo’n manier gedaan dat ik dat niet als streng of boos heb ervaren. Dan versta je in mijn ogen echt je vak. Verder herinner ik me dat de BSO-groep toen nog niet zo groot was. Het was in die tijd minder gebruikelijk om na school naar de BSO te gaan, denk ik. Ik zat er samen met mijn broer, die twee jaar ouder is. Er waren ook een andere broer en zus. Het meisje was even oud als mijn broer en de jongen was van mijn leeftijd. We speelden veel met z’n vieren. We waren vaak buiten op het plein te vinden of knutselden binnen. Ik weet nog dat we rond Sinterklaas Pietjes maakten met van die gevlochten, papieren wiebelbeentjes. Lekker nostalgisch!

Het moment dat ik voor het eerst de BSO binnenstapte, was een tikkeltje gênant.

Het grootste verschil met nu is dat er minder regels waren. Daarmee bedoel ik niet dat alles zomaar mocht, maar nu ik er als medewerker op terugkijk, besef ik me wel dat sommige dingen toen veel makkelijker waren. Uitstapjes, bijvoorbeeld. Als we maar met drie kinderen waren, zette juf Debby ons wel eens in haar auto en gingen we naar de kinderboerderij of naar een speeltuin. Die uitjes vonden we fantastisch! Zulke uitstapjes kunnen nu nog steeds, maar niet meer zo spontaan. Het is ook niet toegestaan om je eigen auto hiervoor te gebruiken, dus moet je van tevoren een KOW-busje regelen. Dat vraagt om meer planning en afstemming. Daar is niks mis mee, begrijp me niet verkeerd, want het is juist goed dat de huidige regels en protocollen er zijn. Ze zijn er immers niet voor niets!

Toen ik van de middelbare school kwam, wist ik dat ik ‘iets met kinderen’ wilde gaan doen. Tijdens mijn vervolgopleiding nam ik een kijkje in de ouderenzorg, gehandicaptenzorg en kinderopvang. Ook toen was er geen twijfel mogelijk: het wordt het laatste. Ik specialiseerde mij tot pedagogisch medewerker en liep stage bij KOW. Op een kinderdagverblijf, peutergroep en BSO. Dat ik terechtkwam op BSO Kameleon maakte voor mij de cirkel rond. Wat grappig was, maar ook een tikkeltje gênant, was het moment dat ik voor het eerst de BSO binnenstapte. Ik zag al snel een fotocollage aan de muur met foto’s van ‘vroeger’. En ja hoor, ik was niet te missen: een achtjarig meisje met een bloempotkapsel. Daar hebben we nog lang om gelachen.

Na mijn stage werkte ik door omstandigheden een paar jaar in de horeca, maar mijn hart lag nog steeds bij de kinderen. Dus toen er een leuke vacature voorbij kwam, besloot ik te solliciteren. En jawel, er was een mooie plek vrij bij BSO Schotse Schelm in Veere. Ik werk daar nu bijna een jaar en ik heb er nog geen seconde spijt van gehad. Daarnaast werk ik iedere maandag op BSO Speelkamer in Grijpskerke en val ik in op andere locaties van KOW.

De diversiteit op een BSO vind ik geweldig. De kleuters zijn zelfstandig, maar hebben toch nog je hulp nodig. En de oudere kinderen kunnen alles zelf, maar zoeken je vooral op om te praten of grapjes te maken. Ik ben iemand die de kinderen zelf laat kiezen wat ze willen doen. Dat is ook iets wat ik me herinner van juf Debby. De kinderen hebben al de hele dag in de schoolbanken gezeten waar ze van alles ‘moeten’. Op de BSO mag alles en moet niks. Ik merk dat kinderen eerder meedoen aan een activiteit als je ze de keuze laat, dan wanneer je ze daartoe verplicht. Ik hoop dat mijn verhaal laat zien dat ik mooie en warme herinneringen aan de BSO heb. Ik wens voor ‘mijn’ BSO-kinderen hetzelfde. Als ik dat voor elkaar krijg, zou dat me heel trots maken.”